Ondernemers willen Nederlanders naar Wallen lokken met duurzame producten: “The Greenlight experience”

Lokale, duurzame ondernemers op toeristische hotspots hebben het moeilijk. Daarom is sinds deze week The Green Light Experience van start gegaan, om de Nederlander weer warm te maken voor de Wallen en de ondernemers daar.

Op borreltafels staan versgeperste sapjes, lokaal gebrouwen biertjes en chocoladebonbons (‘slaafvrij geproduceerd’). “Als het hier kan, kan het overal!” leest een grote poster aan de wand. De duurzame stadstocht langs de Amsterdamse Wallen, ‘The Green Light Experience’ is van start gegaan.

Voor de coronacrisis waren de Amsterdamse Wallen, met meer dan negen miljoen bezoekers per jaar, de drukstbezochte vierkante kilometer van Europa. Afgelopen maanden werd het er ongekend stil. Sekswerkers sloten hun deuren, toeristen bleven weg en als gevolg verloren ook lokale ondernemers een groot deel van hun klandizie.

De Wallen herontdekken

The Green Light Experience is een wandeltocht langs een zestal lokale ondernemingen, die een link met duurzaamheid hebben. De tocht start bij The Upcycle Store, om de hoek in de Sint Annendwarsstraat. Daar krijgen deelnemers een kaart met 28 duurzame hotspots mee in een – van reststoffen van zonneschermen – gerecyclede tas. Tijdens de tocht wordt de tas gevuld met producten van lokale ondernemers.

“Het doel van The Green Light Experience is op dit moment vooral om de Nederlander zelf weer de Wallenbuurt te laten herontdekken,” zegt Suze Gehem, initiatiefnemer The Green Light Experience en directeur van De Groene Grachten – twee organisaties die zich inzetten voor de verduurzaming van de binnenstad. “Deze buurt is overgenomen door toerisme. Pas toen het door de coronacrisis stilviel, zagen veel Amsterdammers weer hoe mooi het hier is.”

Smartshops en Nutella-winkels

In The Upcycle Store, waar nieuwe producten worden gemaakt van afval en reststoffen, komen veel van de Amsterdamse deelnemers aan de tocht voor het eerst. Ook zij beamen dat ze de laatste jaren de Wallen hebben gemeden.

Eigenaar van The Upcycle Store, Tim Spekkens, noemt smartshops, prostitutie en Nutellawinkels als huidig uithangbord van het gebied: “Veel mensen denken dat er niets anders te vinden is.”

Oppassen voor antiglobalisme

Sympathiek, noemt hoogleraar internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, Steven Brakman, het initiatief. “Ik zie veel van dit soort initiatieven, die oproepen om lokaal te winkelen en ondernemers te steunen,” zegt Brakman. “Dat is op zich goed; bewustwording creëren van het eigen koopgedrag en te leren waar spullen vandaan komen.”

Toch wil hij een kanttekening plaatsen. Brakman: “Deze buurtinitiatieven hebben vaak de bijsmaak dat internationaal en globaal altijd slecht is en alleen lokaal kopen goed zou zijn.” Dat klopt volgens hem, juist vanuit duurzaamheidsperspectief, niet helemaal.

Brakman: “Kijk naar de sinaasappelhandel. Je zou denken dat het slecht is voor het milieu om sinaasappels uit Spanje met vrachtwagens naar Nederland te vervoeren. Maar uit onderzoek blijkt dat het lokaal produceren van sinaasappels veel vervuilender is.”

Internationaal talent uitwisselen

“Ik heb als internationaal econoom een roze bril op wat betreft globalisering,” beaamt hij lachend. “Maar je moet beseffen dat globalisering betekent dat we gebruik kunnen maken van elkaars sterke punten. Als er in Spanje met veel minder energie en omwegen een sinaasappel geproduceerd kan worden, waarom zouden we dat dan in Nederland gaan doen?”

Natuurlijk, zegt Brakman, zou je ervoor kunnen pleiten om alleen nog maar lokaal te consumeren. Dat zou bijvoorbeeld betekenen dat je alleen fruit zou eten dat in Nederlandse omstandigheden groeit.

“Dan wordt het aanbod wel erg schaars!” zegt Brakman. “We houden over het algemeen van variatie. Verschillende aardappelsoorten om uit te kiezen, maar ook alle uiteenlopende winkeltjes in de binnenstad – om in- en uit te lopen.”

Geen vervanging van internationaal toerisme

Ook Spekkens van The Upcycle Store zegt zeer afhankelijk te zijn van de internationale koopkracht. In de eerste maanden van de corona-epidemie draaide hij slechts 3 procent van zijn omzet, waardoor hij de winkel tijdelijk sloot.

Lokaal toerisme ziet hij voor zijn onderneming niet als een realistische vervanging van internationaal toerisme. Wel hoopt hij dat de Wallenbuurt weer aantrekkelijker wordt voor Amsterdammers zelf. Spekkens: “Daar kunnen dit soort initiatieven aan bijdragen.”

‘Ons koopgedrag beïnvloedt de binnenstad’

Met dat laatste is Brakman het eens. Als je wil dat je eigen binnenstad gevarieerd is en niet wordt overgenomen door internationale ketens, moet je daar volgens hem zelf iets aan doen.

Brakman: “Hoe gezellig het ook is om af en toe langs al die leuke winkeltjes te lopen, als je er nooit iets koopt, kunnen ze niet blijven bestaan. Jouw koopgedrag beïnvloedt niet alleen het voortbestaan van de lokale economie, maar ook het stadsbeeld.”

Bron: Nu.nl