In België kunnen sekswerkers sinds 1 december als werknemer in dienst, inclusief alle sociale rechten die daarbij horen. Een contrast met Nederland, waar sekswerk juridisch nog altijd flink in het verdomhoekje zit. Hoe kijken experts uit de Amsterdamse seksbranche naar de Belgische wereldprimeur?
In het kort houdt de nieuwe Belgische wet in dat sekswerkers die onder een werkgever werken, dat gaan doen op basis van een contract. Dat betekent dus recht op pensioen en ziektedagen, maar ook op werkloosheidsuitkering en zwangerschapsverlof.
Ook moeten Belgische werkgevers die sekswerkers in dienst willen hebben, aan strenge voorwaarden voldoen. De werkgever mag bijvoorbeeld niet veroordeeld zijn voor diefstal, fraude, mensenhandel of doodslag. Daarnaast schrijft de wet regels voor wat betreft de veiligheidsmaatregelen, werkuren en uitbetaling voor sekswerkers. ‘Een enorme stap voorwaarts,’ stelt de Belgische Unie van Sekswerkers.
Interesse en jaloezie
Nadia van der Linde, voorzitter van stichting Prostitutie Informatie Centrum (PIC) op de Wallen, volgt de ontwikkelingen rond de Belgische wetgeving ‘met veel interesse en ook jaloezie,’ vertelt ze. “Het is geweldig dat België sekswerk aan het decriminaliseren is. Dat het niet meer vanuit strafrechtelijk perspectief wordt benaderd, maar dat het gewoon wordt gezien als werk.”
“We zouden hier ook graag zien dat sekswerkers serieus worden genomen en dat het beleid zich, net als in België, richt op het versterken van hun positie,” zegt Van der Linde. “Er zijn al kleine stapjes vooruit gezet, bijvoorbeeld dat er nu iets meer mogelijkheden zijn voor sekswerkers om een zakelijke bankrekening te openen. Bizar toch, dat dat zo moeilijk is? Maar we hebben nog een lange weg te gaan, ook hier in Amsterdam.”
Fundamentele vrijheden
“De conservatieve wind rondom seks en sekswerk is de laatste jaren best sterk, ook politiek gezien,” zegt Marjan Wijers, bestuurslid van vereniging SekswerkExpertise. “Daarom is het heel verfrissend om een tegengeluid te horen. Het klopt dat sekswerk als sector vraagt om specifieke eisen. België heeft gezegd: nou, dat gaan we regelen.”
“Het Belgische statuut garandeert sekswerkers hun fundamentele vrijheden, zoals het weigeren van klanten of handelingen. Tegelijkertijd geeft het ze financiële zekerheid. Dat is ontzettend belangrijk, omdat het bij sekswerk gaat over je fysieke integriteit, over autonomie. Wat het ook doet, is sekswerkers dezelfde opties geven als andere beroepen. In Nederland is sekswerk sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2000 een legaal beroep, maar het is eigenlijk alleen maar moeilijker geworden om legaal je werk te doen.”
Stigma en discriminatie
PIC en SekswerkExpertise maken deel uit van de Sekswerk Alliantie Destigmatisering (SWAD), een samenwerking van tientallen organisaties in Nederland om stigma en discriminatie tegen sekswerkers tegen te gaan.
Binnen de SWAD wordt met bewondering gekeken naar de succesvolle lobby die in België is gevoerd naar aanleiding van de coronapandemie, vertelt Irina Hornstra, een Amsterdamse sekswerker en coördinator bij SWAD. Net als in Nederland konden Belgische sekswerkers geen aanspraak maken op financiële steun. “In de pandemie moest ook het sekswerk op slot. Toen werd extra duidelijk hoe kwetsbaar de positie van sekswerkers is. De Belgische politiek realiseerde zich toen: dit kan zo niet.”
Sterke moraal
Dat komt door een essentieel verschil tussen de Belgische en Nederlandse politiek, zegt Hornstra: “De confessionele partijen hebben in België niets in de melk te brokkelen. In Nederland wel. Daardoor heerst er hier nog steeds de sterke moraal dat seks iets is dat alleen thuis zou moeten plaatsvinden, tussen man en vrouw en het liefst met voortplanting tot gevolg.”
Daar komt bij: Utsopi, de Belgische Unie van Sekswerkers, was de afgelopen jaren bij het hele politieke proces betrokken. “Hier hebben we geen officiële belangenbehartiger die namens sekswerkers kan onderhandelen. Dat is een gemis.”
Zwakke positie
Hornstra: “De positie van de meeste Nederlandse sekswerkers is zwak. De meesten werken als zzp’ers, maar doordat gemeenten de afgelopen twintig jaar steeds minder vergunningen zijn gaan uitgeven, worden veel sekswerkers gedwongen op niet-vergunde plekken te werken. En sekswerkers die bijvoorbeeld in een club of escortbureau en onder de zogenoemde opting-in-regeling vallen, zijn én geen werknemers én ook geen echte zelfstandigen. Daardoor zijn ze niet goed beschermd. Een ruzie met je exploitant kan betekenen dat je er zo uitgegooid kan worden.”
Volgens Hornstra zou het helpen als het beleid niet gemeentelijk maar landelijk wordt bepaald, waardoor sekswerkers niet zijn overgeleverd aan het wisselende (vergunnings)beleid van gemeenten. “Je ziet het ook in Amsterdam, over het erotisch centrum zegt de gemeente: dat komt er om de positie van sekswerkers te verbeteren. Sekswerkers zeggen dan: ‘Dít willen wij niet.’ En dan zegt de politiek: ‘Ja, maar wij weten het beter.’”
“Hier in Nederland worden sekswerkers geïnfantiliseerd en gemarginaliseerd door de overheid. En hoe meer je mensen marginaliseert en buitensluit, hoe groter de kans dat ze slachtoffer worden van uitbuiters en mensenhandelaren.”
Bron: Parool.nl