Vrouwen- en mannenbreinen reageren hetzelfde op seksplaatjes

Man of vrouw maakt niet uit bij de verwerking van seksuele beelden in het brein. „Genderverschillen in seksuele expressie hebben geen biologische basis.”

Er is bij mannen en vrouwen geen verschil te vinden in hersenactiviteit als ze kijken naar seksuele foto’s en video’s. In die eerste verwerking van visuele seksuele stimuli (door ongeveer tien verschillende hersengebieden) reageren mannen- en vrouwenbreinen hetzelfde. Dit blijkt uit een meta-analyse van 61 hersenscanstudies, waarbij gekeken werd naar de reactie op seksuele stimuli en op neutrale video’s en plaatjes, zoals van landschappen of sportwedstrijden.

Opgeteld gaat het om hersenscans uit de periode 2001 tot 2018 van in totaal 1.850 proefpersonen die in een fMRI naar pornografie en neutrale beelden lagen te kijken, zo schrijven de hersenonderzoekers van het Max Planck-instituut in het Duitse Tübingen deze week in de PNAS.

Uit eerdere kleinschaliger onderzoeken en analyses waren wel verschillen gevonden in de seksuele visuele prikkelverwerking bij mannen en vrouwen, maar veel andere onderzoeken vonden juist weer geen verschil. Dit neurologische onderzoek gaat overigens niet over de subjectieve ervaring van de beelden, die bij mannen en vrouwen vaak wel kan verschillen. Tussen homoseksuelen en heteroseksuelen werd in het PNAS-onderzoek nog wel een relatief klein verschil in hersenactiviteit gevonden, maar dat kan ook vooral zijn ontstaan door het verband tussen linkshandigheid en homoseksualiteit, zo schrijven de onderzoekers.

Altijd zin

Hoogleraar seksuologie Ellen Laan (Amsterdam UMC), die twee jaar geleden met Rik van Lunsen het overzichtswerk Seks, een leven lang leren publiceerde, toont zich desgevraagd blij verrast over het nieuwe onderzoek. Laan: „Dit onderzoek laat opnieuw zien dat mannen en vrouwen op het gebied van seks vooral gelijk zijn. In strijd met het populaire idee dat mannen seksuelere wezens zijn dan vrouwen, zie je hier dat mannen- en vrouwenbreinen even sterk reageren op visuele seksuele prikkels.” En desondanks worden er nog steeds heel veel genderstereotype opvattingen verkondigd, zegt Laan. Bijvoorbeeld over dat mannen ‘van nature’ altijd zin zouden hebben terwijl vrouwen juist moeilijk opgewonden zouden worden.

Maar die gelijkheid blijkt niet alleen dit neurologische onderzoek, zo legt Laan uit. „Deze conclusies sluiten aan op mijn eigen promotieonderzoek en dat van Erick Janssen van al weer 25 jaar geleden. Daaruit bleek dat de genitalia van mannen en vrouwen op vergelijkbare manier reageren op visuele seksuele prikkels. En ook in de genderverschillen in seksueel gedrag blijken de verschillen tussen mannen en vrouwen gering, zo blijkt uit meta-analyses, en bovendien nemen ze af. In 1993 waren die verschillen echt groter dan nu in 2010. Daarom veronderstellen we dat genderverschillen in seksuele expressie tussen mannen en vrouwen geen biologische basis hebben maar duiden op verschillen in individuele ontwikkeling, die cultuurbepaald zijn.”

In de nieuwe meta-analyse is ook gekeken of er bij mannen en vrouwen structurele, anatomische verschillen bestaan in de drie belangrijkste hersengebieden voor visuele seksuele prikkelverwerking: de amygdala, de anterior cingulate cortex en de rechter insulaire cortex. In totaal werden 29 relevante onderzoeken gevonden, geen daarvan gaf een verschil in de hoeveelheid grijze hersenmassa in die gebieden.

Bron: NRC