‘Een zichzelf respecterende stad moet altijd een tippelzone hebben’

Door het hele land verdwijnt de straatprostitutie. Groningen sloot de tippelzone vorig jaar, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag in de jaren ervoor. Komend jaar moet ook de zone in Utrecht eraan geloven. Oud-wijkagent Jan Schoenmaker vreest voor een opjaagbeleid.

Overdag is het een onopvallende Utrechtse ventweg langs braakliggende bouwgrond en een Praxis. Maar wie met de ogen van Jan Schoenmaker kijkt, ziet bij elk bosje en elk elektriciteitshuisje een verhaal over drugs, mensenhandel en seks tegen betaling. “Daar aan het eind stonden de verslaafde dames, hier de transseksuele en niet-verslaafde prostituees, bij die bosjes stonden allemaal dealers en daar bij dat elektriciteitshuisje was de hangplek voor mannelijke verslaafden.”

Leunend op zijn fiets loopt Schoenmaker over de tippelzone in de wijk waar hij bijna twintig jaar agent was. Aanvankelijk dacht de strenggelovig opgevoede West-Fries dat hij er hoogstens een jaar zou blijven. Met prostitutie had hij niets. Uiteindelijk is de ventweg zijn levensproject geworden, de plek waar hij verschil kon maken, maar ook de plek waar hij heeft moeten vrezen voor zijn leven. Om alles te verwerken, brengt Schoenmaker een boek uit over zijn tijd op de tippelzone, dat dinsdag verschijnt.

De Baan is een grimmige plek als Schoenmaker er in 1992 begint. Zes jaar eerder heeft de gemeente de strook aangewezen als officiële tippelzone, in de hoop een einde te ­maken aan de illegale straatprostitutie in de stad. Maar om de prostituees te overtuigen is er aanvankelijk nauwelijks controle. De zone wordt een honingpot voor criminelen.

Mensenhandelaren

Als prostituees hun geld niet kwijtraken aan verslaafde mannen die hen overvallen, moeten ze het in veel gevallen aan de mensenhandelaar geven die hen dwingt te werken. De criminaliteit waaiert uit door de wijk. Schoenmaker gaat het strenger aanpakken dan zijn voorganger. Hij loopt altijd in uniform en met een collega over de Baan. De politie moet weer zichtbaar zijn. Met boetes ­begint hij de junks weg te jagen. “Fietsen op de stoep, boete. Geen bel, boete. Ik probeerde elke avond per junk drie boetes uit te schrijven.”

Intussen werkt hij aan zijn band met prostituees. Zelf heeft Schoenmaker geen makkelijke jeugd gehad. Dat helpt hem om zich in te leven in de vrouwen en hun manier van denken. Hij merkt dat hij iets voor ze kan betekenen. Langzaamaan wordt het zijn missie om de vrouwen uit de handen van loverboys en andere mensenhandelaren te redden. Of ze te bevrijden van hun drugsverslaving die een geldhonger creëert waardoor ze in weer en wind op deze ventweg staan om soms met zes mannen per uur seks te hebben.

Met zijn aanpak haalt Schoenmaker zich de toorn van pooiers en dealers op de hals. Een man die zijn zwakbegaafde nichtje dwingt te werken op de Baan, bedreigt hem met de dood. Niet veel later hoort Schoenmaker dat ook een groep Rotterdamse drugsdealers het op hem gemunt heeft. Hij verstoort hun handel op de zone. Schoenmaker en zijn collega krijgen een prijs op hun hoofd; 25.000 gulden per agent.

‘De wijk is veiliger door de tippelzone’

Vanaf dat moment is Schoenmaker waakzamer dan ooit. Hij fietst dagelijks een andere weg naar huis en draagt dag en nacht zijn dienstwapen bij zich. Zelfs nu, jaren later, geeft hij zijn telefoonnummer, huisadres of e-mailadres aan vrijwel niemand. Toch werkt hij door, met succes. In de jaren erna lukt het om de mensenhandel vrijwel helemaal uit te bannen op de tippelzone. Er volgt lof vanuit heel het land en ver erbuiten. Bij zijn afscheid wordt Schoenmaker zelfs geridderd op voorspraak van ouders wier dochters hij uit de prostitutie heeft geholpen.

De wijk is veiliger geworden door de zone, zegt Schoenmaker nu. “Ik zou mijn dochter liever door de tippelzone laten fietsen dan elders in de stad. Daar kijkt de politie altijd mee.” Ook voor de prostituees is de plek relatief veilig. Het kan nog steeds gebeuren dat er vrouwen worden verkracht door een klant of worden bestolen door een verslaafde collega. Maar nu is er een band met de politie, is de drempel lager om aangifte te doen en kunnen de daders zo gestraft worden. “Vroeger was de politie de vijand voor prostituees, hier werden we een vriend.”

Die wankele vriendschapsband dreigt verloren te gaan. De tippelzone moet in juli 2021 plaatsmaken voor de bouwzucht van Utrecht. De stad groeit onstuimig snel en rond de tippelzone ligt genoeg braakliggende grond voor een hele nieuwe wijk. Een andere plek vinden voor de Baan lukt de gemeente niet.

Wel komt er een nieuw raamprostitutiegebied in de stad. “Maar een raam huren kost een kapitaal, dat kunnen verslaafde prostituees niet betalen”, zegt Schoenmaker. “En er zijn altijd klanten die liever de snelheid van straatprostitutie willen.” Dus voorziet de oud-wijkagent dat veel vrouwen in de illegaliteit belanden, met als gevolg de terugkeer van mensenhandel, uitbuiting en misdaden tegen de vrouwen. “Het opjaagbeleid is een doodlopende weg. Een zichzelf respecterende stad moet altijd een tippelzone hebben.”

Bron: Parool.nl