Utrecht moet weer een tippelzone krijgen. Daarvoor pleit een commissie onder leiding van oud-minister van Justitie Winnie Sorgdrager, die onderzoek doet naar de toekomst van sekswerk in de stad. Ook is het advies om op verschillende plekken kleinere vormen van sekswerk op te zetten.
De oud-minister voor D66 komt voor de zomer met haar rapport, maar lichtte eerder deze week alvast een tipje van de sluier op. Haar advies is om op een handvol plekken in de stad ruimte te bieden aan verschillende vormen van sekswerk. Aan de hand van zogenoemde ‘proeftuinen’ kan volgens haar worden bekeken ‘wat werkt in Utrecht en wat niet’.
Tijdens een presentatie voor de gemeenteraad noemde Sorgdrager een aantal voorbeelden van ‘proeftuinen’. Zo moet Utrecht weer ruimte gaan bieden aan tippelaars. De vrouwen die tot vorig jaar zomer op ‘De Baan’ aan de Europalaan werkten, zijn volgens de oud-minister ‘ontheemd geraakt’.
De tippelzone was ook een veilige plek om te werken, aldus Sorgdrager. ,,Er was sociale controle, hulpverlening en de lijnen met de politie waren kort.’’ Op de nieuwe tippelzone zouden tien tot twaalf vrouwen kunnen werken. ‘De Baan’ moest vorig jaar plaatsmaken voor woningbouw. Verplaatsing van de tippelzone naar de Boteyken in De Meern of de Elektronweg op Lage Weide liep stuk op verzet van de buurt.
Online zoeken
De commissie Sorgdrager werd eind vorig jaar ingesteld nadat plannen voor het Nieuwe Zandpad voor de vierde keer waren mislukt. Sinds in 2013 de tientallen seksbootjes in de Vecht langs het Zandpad werden gesloten, is de gemeente op zoek naar een nieuwe locatie voor een prostitutiezone.
Grootschalige raamprostitutie zoals aan het Zandpad is niet meer van deze tijd, aldus de oud-minister. Klanten zoeken sekswerkers in toenemende mate online en spreken vervolgens thuis of in een hotel af. De commissie adviseert daarom om een plek te zoeken voor kleinschalige raamprostitutie. Het gaat hierbij om ongeveer tien ramen en een aantal kamers voor online gemaakte afspraken. De ramen hoeven volgens Sorgdrager ‘niet meteen aan de publieke weg, maar een beetje achterin’. De gemeente zou ook een locatie kunnen aanbieden waar een aantal vrouwen gezamenlijk iets mag opzetten.
Sorgdrager sluit niet uit dat de verschillende ‘proeftuinen’ op tegenstand van omwonenden stuiten. Maar sekswerk op kleine schaal hoeft volgens haar niet tot overlast te leiden. ,,Een studentenhuis geeft meer overlast dan een huis met een paar kamers voor sekswerkers.’’
De oud-minister riepen de gemeente ook op een ‘beetje te durven’. ,,Inspraak van de buurt is prima, maar de buurt kan niet alles verbieden.’’ Volgens haar is het wel belangrijk om vooraf aan te geven dat bij ‘veel overlast de tent wordt gesloten’.
Reacties
De eerste politieke reacties op de koers van de commissie zijn wisselend. Cees Bos van oppositiepartij Stadsbelang Utrecht vreest dat de proeftuinen niet voorbijgaan aan Leidsche en Vleuten-De Meern. ,,Of het gaat om een verslaafdenhostel, een woonvoorziening voor moeilijke mensen, een tippelzone of een criminogene plek voor raamprostituees, Groenlinks en D66 gooien het graag over het water.’’
D66 reageert enthousiast op de eerste bevindingen van Sorgdrager. ,,We kijken uit naar het eindrapport en hopen daarmee een stap te kunnen zetten naar meer autonomie voor sekswerkers’’, stelt raadslid Dirk-Jan van Vliet op de website van de partij. ,,Sekswerk is gewoon werk. Wij willen dat sekswerkers op uiteenlopende plekken in de stad, veilig en vrij van stigmatisering kunnen werken.”
Bron: AD.nl