Legalisering sekswerk lost niet alle problemen op

Sekswerk kan sinds kort volledig legaal in België. Hierdoor hebben sekswerkers dezelfde rechten als elke andere werknemer. “Je bent nu niet meer afhankelijk van het geluk om die ene persoon te vinden die je wil helpen”, zegt een sekswerker. Al is de weg naar echte gelijkheid nog lang.

“Toen ik zwanger werd, moest ik van mijn baas mijn ontslag indienen om garantie te krijgen dat ik na mijn zwangerschap weer aan de slag zou kunnen”, vertelt de 33-jarige sekswerker Manon*, die vier jaar in loondienst werkte in een bar. Officieel was ze tewerkgesteld als serveuse, voor een laag aantal uren. Daarmee verdiende ze officieel 700 euro per maand.

Natuurlijk werkte ze in realiteit veel meer en verdiende ze daar ook meer mee. “Sommige maanden liep dat op tot 6.000 euro, maar aangezien dat niet werd aangegeven, kon ik dat geld niet legaal investeren of sparen. Zo is het moeilijk om iets op te bouwen voor de toekomst.”

Waar sekswerkers zich voor december 2024 nog in een juridisch niemandsland bevonden, hebben ze sinds die maand een volwaardig statuut. De nieuwe arbeidswet introduceert een aantal significante veranderingen die de leef- en werkomstandigheden van sekswerkers moeten verbeteren.

Zo hebben sekswerkers onder contract nu net zoals andere werknemers sociale rechten. Dit betekent toegang tot ziekte- en werkloosheidsuitkeringen, zwangerschapsverlof en pensioenopbouw.

Manon prijst zichzelf enigszins gelukkig dat ze enkel financiële gevolgen ondervond van het gedoogbeleid. In de bar waar ze werkte, had ze de vrijheid om klanten en handelingen te weigeren, en dat is zeker niet voor elke sekswerker het geval.

Ook daar wil de nieuwe wet verandering in brengen, uitgaande van vijf vrijheden. Elke sekswerker heeft het recht om een klant te weigeren, een seksuele handeling te weigeren, een seksuele handeling eender wanneer te onderbreken en een seksuele handeling op de manier uit te voeren waarop die dat wenst. Ook kan elke sekswerker weigeren achter een raam plaats te nemen of reclame te maken als er gevaren zijn voor diens veiligheid.

De nieuwe wet voorziet ook in strikte regels voor werkgevers, die verplicht zijn om een erkenning aan te vragen. Dat kan enkel onder bepaalde voorwaarden. Zo moeten ze in België gevestigd zijn en mogen ze niet eerder veroordeeld zijn voor ernstige misdaden zoals mensenhandel, seksuele uitbuiting, verkrachting, afpersing of mishandeling.

De werkgever moet ook maatregelen nemen om een veilige werkomgeving te garanderen. Zo moet er altijd iemand aanwezig zijn die kan ingrijpen in geval van nood en moeten alle kamers uitgerust worden met een alarmknop.

Een laatste heel belangrijk punt is dat sekswerkers op eender welk moment een eind aan hun contract kunnen maken, zonder een opzegtermijn. En misschien het meest opvallende: ze behouden daarbij hun recht op een werkloosheidsuitkering. Dat zorgt ervoor dat ze makkelijker uit de sector kunnen stappen, als ze dat willen.

Uitbuiting door gedoogbeleid

De wet kwam tot stand door onder andere lobbywerk van UTSOPI, de Belgische Unie van Sekswerkers. Die politieke organisatie voor en door sekswerkers slaat de brug tussen het werkveld en de politiek. “Na de decriminalisering in 2022 is dit een heel belangrijke tweede stap”, zegt directeur Daan Bauwens.

Voor de decriminalisering werd sekswerk gedoogd. Daarbij was sekswerk zelf niet illegaal, maar wel alle activiteiten die het faciliteren. Zo konden verhuurders van panden, bordeelhouders, boekhouders, banken en verzekeraars vervolgd worden als ze diensten verleenden aan een sekswerker. “De deur stond wagenwijd open voor misbruik en uitbuiting”, zegt Bauwens.

Dat ondervond ook de 55-jarige Victoria*, die acht jaar zelfstandig sekswerker was. Omdat het in principe verboden was om reclame te maken voor sekswerk, deed ze een beroep op een escortebureau. Zo kon ze anoniem aan klanten geraken en was ze onvindbaar voor de fiscus en justitie. Het bureau bracht haar in contact met klanten en eiste in ruil 36% van haar inkomen.

“Ik ken ook sekswerkers die meer dan de helft moesten afdragen. Terwijl de meeste bureaus niets anders doen dan websites beheren en telefoonnummers doorspelen. Dat is ook een vorm van uitbuiting, want ze weten dat je niet veel andere keuzes hebt”, vertelt Victoria.

Ook op het gebied van veiligheid speelde het gedoogbeleid sekswerkers parten. Gezien sekswerk niet erkend was, waren er geen regels en dus ook geen juridische middelen om eventueel misbruik aan te pakken. “Veel sekswerkers denken twee keer na voordat ze naar de politie gaan als er iets gebeurt”, zegt Victoria. “Het beroep dat je uitoefent, zit in een illegale sfeer, waardoor niemand je serieus neemt. Zo krijgt geweld vrij spel.”

Dat ervoer Victoria zelf op een pijnlijke manier. Ze stapte naar de politie nadat een ex-klant haar bleef stalken en bedreigen. De agenten wilden haar klacht niet opnemen, waarop ze besliste om het heft in eigen handen te nemen. “Ik leefde in constante angst. Er moest iets gebeuren, maar niemand kon me helpen.”

Victoria stelde de man een geldbedrag voor en in ruil zou hij haar met rust laten. Hij ging akkoord, maar toen ze afspraken om dit definitief te regelen, liep het fout.

“Hij heeft me verkracht. Meteen erna ben ik opnieuw naar de politie geweest, maar daar kreeg ik te horen dat ik een afspraak moest maken. Uiteindelijk werd ik weer niet geholpen. Door die onveiligheid ben ik gestopt. Als ik meer rechten had gehad, mijn grenzen kon stellen en me beschermd had gevoeld, was ik het werk blijven doen.”

De decriminalisering en de nieuwe arbeidswet zouden dergelijke situaties volgens Victoria voor een groot stuk kunnen voorkomen. “Doordat het beroep erkend wordt, kan je naar de vakbond stappen als je uitgebuit wordt. Je kan naar de politie gaan als je slachtoffer wordt van geweld. Je bent niet meer afhankelijk van het geluk om die ene persoon te vinden die je wil helpen.”

Studies betalen met sekswerk

Ondanks de decriminalisering worden sekswerkers nog altijd geconfronteerd met stigma’s. “Het wordt echt tijd dat mensen beseffen dat we evenveel rechten verdienen”, zegt Victoria, die benadrukt dat het een vorm van welzijnswerk is. “Vaak gaat slechts 10% om het seksuele en 90% om het mentale. Er is veel eenzaamheid en niet iedereen heeft evenveel kansen om die leegte in te vullen. Iedereen heeft recht op huidcontact en aandacht. Sekswerkers vervullen daarin een belangrijke rol en verdienen daar ook respect voor.”

Maar door stigma’s blijven sekswerkers tegen verschillende vormen van discriminatie aanlopen. Sommige banken weigeren om voor hen een rekening te openen, en grote betalingsplatforms zoals PayPal blokkeren rekeningen zodra ze ontdekken dat iemand sekswerk verricht.

Ook op de woningmarkt botsen ze op barrières. Veel verhuurders staan sekswerk in hun panden niet toe, wat sekswerkers dwingt om onzichtbaar te blijven. “Dit kan leiden tot afhankelijkheid van anderen die voor hen ruimtes beheren en hen ‘beschermen’, wat weer een voedingsbodem vormt voor verborgen criminele netwerken. Dit willen we absoluut voorkomen”, zegt Bauwens.

Hoewel er volgens UTSOPI nog veel werk is, benadrukt de organisatie wel dat België op Europees niveau een voortrekker is in de decriminalisering en arbeidswet voor sekswerk. Dat zou andere landen kunnen inspireren om hetzelfde te doen.

Die inspiratie is nodig, vindt Bauwens, omdat de druk groot is om het Zweedse model te volgen, net zoals bijvoorbeeld Noorwegen, IJsland en Frankrijk. Daarbij zijn de sekswerkers niet strafbaar, maar de klanten wel. “Het model gaat ervan uit dat er geen aanbod nodig is wanneer er geen vraag is”, legt Bauwens uit. “Maar sekswerk zal blijven bestaan. Als je het criminaliseert, zal het gewoon leiden tot meer onveiligheid voor sekswerkers.”

Zowel de weg naar de decriminalisering als naar de arbeidswet liep niet van een leien dakje. “We hebben veel tegenkanting gekregen, ook vanuit de feministische wereld”, zegt Bauwens. Het idee leeft dat sekswerk nooit een vrije keuze kan zijn en een prostituee per definitie slachtoffer is. Dat klopt niet, zegt Bauwens, al kiezen de meesten voor de job om financiële redenen en uit gebrek aan andere keuzes.

Dat was ook het geval bij Manon en Victoria. Voor Manon was het de beste optie omdat ze geen diploma heeft en nood had aan flexibiliteit. Victoria stapte in de sector na een vechtscheiding. “Mijn kinderen gingen naar de universiteit, maar ik had maar 1.000 euro spaargeld en een inkomen van 1.400 euro per maand. Dat was niet genoeg voor twee studenten.”

Maar als de keuze voor sekswerk voortkomt uit keuze- en kansenongelijkheid, “moeten mensen dan gestraft worden omdat ze weinig keuzes hebben?”, zegt Bauwens. “Het is niet omdat sommige mensen sekswerk moreel verwerpelijk vinden, dat sekswerkers geen rechten mogen hebben. Ook zij moeten hun werk in veilige omstandigheden kunnen doen.”

Ondanks de financiële overwegingen, blijft het een bewuste keuze zolang er geen sprake is van dwang door een derde, benadrukt Bauwens. Als die dwang er wel is, spreken we over mensenhandel. Voor slachtoffers daarvan, en voor mensen zonder geldige verblijfspapieren biedt de nieuwe wet geen oplossing. En er zijn nog problemen.

Geen magische formule

Volgens Patricia Le Cocq van het Federaal Migratiecentrum Myria zijn de erkenningsvoorwaarden voor werkgevers zodanig streng, dat er vermoedelijk maar weinigen zich zullen registreren. “Een werkgever kan niet iemand zonder geldige verblijfspapieren tewerkstellen, want dat is strafbaar. Mogelijk leidt dit tot meer clandestiniteit voor de meest kwetsbare sekswerkers, onder wie personen zonder papieren.”

UTSOPI erkent dat daar extra waakzaamheid voor nodig is. Al vermoedt de organisatie dat de wet er net voor zal zorgen dat justitie mensenhandel en uitbuiting makkelijker kan bestrijden. “Nu zal het duidelijk zijn wie in de illegaliteit opereert, gezien alle werkgevers erkend moeten zijn”, zegt Bauwens.

“Al is er wel een transitieperiode waarin de sector de tijd krijgt om zich aan te passen aan het nieuwe systeem. Onze verwachting is dat het aantal gemelde gevallen van mensenhandel zal toenemen, omdat er door decriminalisering en erkenning betere relaties met de politie ontstaan.”

Daarbij is het wel belangrijk dat mensen zonder geldige verblijfspapieren aangifte kunnen doen zonder de angst om vervolgd te worden. Dat is momenteel niet het geval in België. Daar wil UTSOPI zich de komende regeerperiode voor inzetten.

Een andere uitdaging is het gebrek aan middelen bij justitie en politie om alles te controleren en in goede banen te leiden. “Des te meer omdat straat- en raamprostitutie alsmaar vaker wordt ingeruild voor sekswerk in privéruimtes. Daardoor moet de politie bijvoorbeeld online advertenties doorlichten, wat meer tijd en moeite vergt”, zegt Le Cocq.

Dat bevestigt hoofdinspecteur bij de politiezone Brussel-Noord Johan Debuf, die jaren ervaring heeft met prostitutie en mensenhandel. “We hebben onvoldoende mensen die gespecialiseerd zijn in dit thema. Dat zal wellicht niet snel veranderen, gezien we in een economisch slecht moment zitten. Ons werk is vaak een van de eerste zaken waarop bespaard wordt.”

Extra middelen zijn afhankelijk van de prioriteiten van de regeringen, zegt Debuf. “Nu wordt alles ingezet op de drugsproblematiek. Als we binnenkort weer een container vinden met slachtoffers van mensenhandel, komt daar weer meer capaciteit voor. Het fluctueert enorm, en nu zitten we in een dipje.”

Het is in elk geval te vroeg om uitspraken te doen over de impact van de wet. De gevolgen zullen de komende tien jaar duidelijk worden bij de geplande tweejaarlijkse evaluaties.

“Gaan de decriminalisering en de arbeidswet op zichzelf alle problemen in het sekswerk, inclusief mensenhandel, oplossen? Nee, het is geen magische formule, maar het is wel een stap in de goede richting”, zegt Bauwens.

* Dit zijn schuilnamen, de identiteit is bekend bij de redactie.

Bron: apache.be