Er verdwijnen steeds meer ruimten voor sekswerk uit het straatbeeld. Dat blijkt uit een rondgang van Trouw onder gemeenten. Van de ongeveer 1500 ramen waar in 2010 sekswerkers actief waren, zijn er nu nog ongeveer zo’n duizend over. In minder dan tien steden zijn de rood verlichte ramen nog te vinden.
In de meeste gevallen gaat het om gedwongen sluitingen, schrijft de krant. Gemeenten sloten ramen onder meer vanwege vermeende criminaliteit, overlast of plannen om de buurt aantrekkelijker te maken. In enkele gevallen sloten de exploitanten zelf een raam, bijvoorbeeld omdat ze klanten verloren aan de concurrentie met het internet.
In Utrecht werden de meeste ramen gesloten. Daar sloot de gemeente in 2013 alle vormen van raamprostitutie. Sekswerkers lieten weten dat de situatie voor hen daardoor veel gevaarlijker is geworden. Ze durven misstanden, zoals verkrachting, stalking en mishandeling, niet langer te rapporteren, omdat ze nu veelal thuis werken. Tegelijkertijd zagen ze dat klanten meer geweld gebruikten, omdat ze hiervan op de hoogte waren.
Inmiddels zijn er wel nieuwe plekken voor teruggekomen in een parkeergarage, maar daar wordt op afspraak gewerkt. Van raamprostitutie is daar dus geen sprake meer.
Plannen Amsterdam
Ook in andere steden, zoals Groningen, Alkmaar en Leeuwarden, verdwenen de afgelopen jaren steeds meer ramen. In Amsterdam wordt al langer gesproken over het verplaatsten van de prostitutie op de Wallen naar een erotisch centrum bij de RAI.
Naar verwachting zullen de komende jaren steeds meer ramen verdwijnen. Dat betekent niet dat er ook minder sekswerk wordt verricht. Vaak verplaatsen de sekswerkers zich met hun werk naar hun eigen huis of hotels. Daardoor is er ook minder toezicht.
In 2000 werd het bordeelverbod opgeheven in Nederland en kwam er meer toezicht op legale bordelen en seksclubs. Daardoor konden prostituees op meer zichtbare plekken gaan werken.
Bron: nos.nl