Eén gedragen string: 46 euro

Vraag en aanbod van online sekswerk nemen in deze tijden een enorme vlucht. Werken voor de webcam heeft dan ook veel voordelen: sekswerkers zijn hun eigen baas en lopen minder risico op geweld. Maar 100 procent veilig is het ook op het web niet. ‘Eerder dit jaar lekte 1,5 terabyte aan naaktfoto’s uit.’

Een maand toegang tot de naaktfoto’s en -video’s van Sofie Steur (22) kost zo’n 5 tot 11 euro. Een gesigneerde polaroidfoto is ongeveer 23 euro. Wil je bepaalde seksuele handelingen zien op video, dan moet je 9,25 euro per minuut aftikken. En een gedragen string kost 46 euro, als Steur erin is klaargekomen komt daar nog zo’n 37 euro bovenop.

De Amsterdamse werkt sinds ruim twee jaar als online sekswerker. Via verschillende kanalen verkoopt ze onder meer slipjes en erotische foto’s en video’s. Ook webcamt ze en vraagt ze aanbidders extra geld over te maken als teken van waardering: zogenoemde tributes. Per week is ze zo’n dertig uur kwijt aan haar werk en maandelijks verdient ze tot 1.200 euro netto. Samen met het vaste inkomen van haar partner kan ze daarmee goed rondkomen.

De afgelopen weken zag Steur heel wat nieuwe profielnamen verschijnen op de sites waar zij actief is, een stijging die ook te zien is op pornowebsites en waarschijnlijk het gevolg is van het feit dat meer mensen thuiszitten door de coronacrisis. Een noemenswaardige invloed op het inkomen van de meeste sekswerkers heeft dat niet: ook het aantal mensen dat diensten aanbiedt nam toe, zagen zowel Steur als haar Amerikaanse collega’s.

Honderdduizenden

Steur is een van de talloze sekswerkers die online te vinden zijn. Via websites als OnlyFans (van de Britse media-ondernemer Timothy Stokely), het Canadese ManyVids (opgericht door de voormalige camgirl Bella French) en het Amerikaanse AVN Stars van pornografievakblad Adult Video News verkopen Steur en haar collega’s hun werk. Ook sociale media die naakt toestaan en waarop het mogelijk is geld te vragen voor beelden, zoals Snapchat Premium, worden voor deze vorm van sekswerk gebruikt.

Iedereen kan zich aanmelden op de websites en zelf bepalen welke content ze aanbieden. Klanten nemen een maandabonnement of betalen per beeld of uur – waarna een percentage van het bedrag naar de website gaat. Die commissie ligt doorgaans rond de 30 procent maar verschilt sterk per platform. De sekswerkers bepalen zelf hun tarieven, werktijden en wie hen mogen volgen. Sommigen werken ook in de reguliere porno-industrie, doen naast hun online activiteiten fysiek sekswerk of hebben een tweede baan in een heel andere sector. Anderen, zoals Steur, werken uitsluitend online.

Vanwege de grote hoeveelheid media waarop sekswerkers hun content kunnen aanbieden, is het moeilijk te zeggen hoeveel online sekswerkers er precies zijn. Op internationale sites die de afgelopen jaren hard gegroeid zijn, zoals ManyVids en AVN Stars, bieden tienduizenden sekswerkers van over de hele wereld foto’s en video’s aan. Via OnlyFans, dat formeel niet alleen voor sekswerk is maar daar wel grotendeels voor wordt gebruikt, verkopen meer dan 500.000 mensen hun werk. Andere creatieven bieden op de site bijvoorbeeld foto’s en video’s van fitness-oefeningen aan.

Bij die laatste website vrezen sommige sekswerkers dat als het platform verder groeit, het bedrijf erachter ervoor zal kiezen sekswerk van het platform te verdrijven – zoals eerder gebeurde bij Instagram en Tumblr – om meer te kunnen verdienen met een groter publiek, vertelt Yvette Luhrs. Zij is als (online) sekswerker en sekswerkersrechtenactivist verbonden aan het Prostitutie Informatie Centrum (PIC) in Amsterdam. Ook valt OnlyFans, net als sommige andere sekswerksites, onder Amerikaanse wetgeving die voorschrijft dat offline sekswerk verboden is. Hierdoor worden sekswerkers die op de site kenbaar maken ook offline werk te doen, van de site verwijderd.

Cammen in coronatijd

Nu contactberoepen door de coronacrisis niet mogen worden uitgevoerd, kan het online werk ook een inkomstenbron zijn voor real life sekswerkers, vertelt Yvette Luhrs. Zij ontwikkelde een workshop voor collega’s die de overstap willen maken naar online. Dat meer sekswerkers online zijn gaan werken, is terug te zien in de grote hoeveelheid nieuwe inschrijvingen op de platforms. Zo had ManyVids in maart 69 procent meer aanmeldingen dan in dezelfde periode vorig jaar, het vergelijkbare CamSoda zag een toename van 37 procent.

Sommigen beginnen met online sekswerk vanwege succesverhalen van mensen die hun voor zijn gegaan. Zo schreven Britse media eerder dit jaar over een vrouw die meer dan 30.000 pond (zo’n 34.800 euro) per maand verdient met de verkoop van erotische foto’s en video’s. The New York Times tekende vergelijkbare succesverhalen op.

Zulke bedragen zijn echter voor een kleine groep weggelegd, en niet te bereiken door enkel af en toe een selfie of filmpje te plaatsen. Online sekswerkers moeten zelf hun klanten werven en hen motiveren te betalen – idealiter zelfs met een maandelijks bedrag. De concurrentie van andere on- en offline sekswerkers, en niet te vergeten van de miljoenen uren aan gratis pornografie die online te vinden is, is daarbij moordend.

Eigen baas

Ondanks de concurrentie biedt online sekswerk veel voordelen, zegt Luhrs. Zo kunnen sekswerkers onder meer hun werkplek zelf bepalen en hun eigen merk creëren. Ze hoeven hierbij geen rekening te houden met de wensen van bijvoorbeeld escortbedrijven of bordeelhouders. Ook Steur is een typische zelfstandige. Ze fotografeert en filmt zichzelf, bewerkt haar eigen beelden en plaatst ze zelf op de kanalen naar haar keuze. “Zelfs mijn belastingaangifte doe ik zelf.”

Ook geeft het online werk mensen die niet geïnteresseerd zijn in fysiek sekswerk, de kans toch een seksuele dienst te verlenen. “Elke telefoon heeft tegenwoordig een goede camera en er zijn steeds meer apps waarmee je videootjes kunt monteren”, legt Luhrs uit. Dat merkten ook Quinn (31) en Joey (32, niet hun echte namen*). Het stel, dat dertien jaar samen is, verkoopt sinds ongeveer een jaar amateurpornografie via OnlyFans. De drempel om te beginnen met deze vorm van sekswerk was voor de mannen ‘super laag’. “Solliciteren bij een pornostudio hadden we niet snel gedaan, maar iedereen kan een camera neerzetten en zichzelf filmen”, zegt Quinn. Vorige maand verdienden de mannen zo’n 1.500 euro met hun sekswerk.

Van offline naar online

Echt nieuw zijn de platforms overigens niet, zegt Sally Hendriks. Zij werkt als onderzoeker en programmaleider van het Sekswerk Programma van het Aidsfonds-Soa Aids Nederland al vijftien jaar met de beroepsgroep. “Al jaren is binnen het sekswerk een verschuiving te zien van offline naar online”, aldus Hendriks. Daarmee gedraagt de sector zich hetzelfde als de meeste andere. “In alle sectoren gebeurt steeds meer online, in het sekswerk is dat niet anders.”

De eerste webcamsites ontstonden al in de jaren 90, en een van de eerste Marktplaats-achtige platforms, Clips4Sale, stamt uit 2003. Wel is het aantal sekswerkers dat zich online aanbiedt de afgelopen jaren toegenomen – waarschijnlijk vanwege de technische ontwikkelingen die het voor steeds meer mensen mogelijk maken om foto’s en video’s te maken en te verspreiden op de sites.

Maar dat is niet de enige reden van de toename in online sekswerk. Volgens Hendriks wordt de verschuiving naar het internet ook veroorzaakt door het feit dat het aantal vergunningen dat in Nederland wordt afgegeven aan seksbedrijven en sekswerkers al jaren afneemt. “Vroeger vonden sekswerkers hun klanten in bordelen of op straat. Omdat het aantal vergunde plekken terugloopt, wenden steeds meer mannen en vrouwen zich tot het internet.”

Voor belangen- en zorgorganisaties brengt dat een probleem met zich mee: het is moeilijker om contact te houden met sekswerkers die alleen online actief zijn, zegt Hendriks. Gebrek aan contact kan problematisch zijn als een organisatie belangrijke zaken wil delen zoals veiligheidstips of informatie over onbetrouwbare klanten of websites.

Door de wildgroei die de afgelopen jaren is ontstaan, is het moeilijk grip te houden op welke sites goede commissies geven en op een veilige manier gebouwd zijn. “Een paar jaar geleden hadden we contacten bij alle Nederlandse sites, maar de afgelopen jaren zijn er in binnen- en buitenland zoveel bijgekomen dat we het niet meer kunnen bijhouden”, vertelt Hendriks.

Veiliger maar nog niet veilig

Een grote zorg onder sekswerkers is hun eigen veiligheid. Uit onderzoek van Soa Aids Nederland, het Aidsfonds en belangenverenging voor sekswerkers PROUD uit 2018 blijkt dat 60 procent van de offline sekswerkers in Nederland in het jaar daarvoor fysiek geweld heeft meegemaakt. 78 procent van hen kreeg te maken met seksueel geweld. Omdat online sekswerkers vanuit hun eigen huis kunnen werken en geen klanten hoeven te ontmoeten, hoeven zij hier minder bang voor te zijn.

Luhrs benadrukt hierbij wel dat de risico’s daarmee niet helemáál zijn uitgebannen: ook online sekswerkers kunnen te maken krijgen met dwang en met fysiek geweld, bijvoorbeeld door hun partner, de kans is enkel kleiner. Veiligheid was ook voor Steur een reden om haar werk online te doen: “Als je fysieke diensten aanbiedt, moet je de mensen met wie je afspreekt ontzettend goed screenen. Ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten doen. Het risico dat ik daarmee zou nemen, vind ik te groot”, zegt ze.

De kans op fysiek geweld is dus kleiner als je vanuit huis werkt, maar dat brengt wel een ander risico met zich mee, namelijk voor je privacy. Hoewel alle websites veiligheidsmaatregelen nemen, komt het voor dat beelden gestolen worden. Afgelopen februari lekte bijvoorbeeld nog 1,5 terabyte aan naaktfoto’s en -video’s van OnlyFans uit, die vervolgens elders gratis werden aangeboden. OnlyFans ontkent dat er sprake was van een datalek; volgens het bedrijf zijn de beelden via andere sociale media verzameld.

“Daar was ik echt pissig over”, vertelt Steur – wier eigen beelden voor zover bekend niet gelekt zijn. “Dit is voor veel meiden en jongens hun werk, dat anderen gratis verspreiden.” Toch voelt zij zich voorlopig meer op haar gemak op het internet dan achter een raam, hoewel ze ook niet uitsluit dat ze ooit fysiek sekswerk zal doen. “Als internet er niet was geweest, had ik dat misschien al gedaan, maar voor nu is dit zoveel makkelijker.”

*Quinn en Joey’s echte namen zijn bekend bij de redactie.

Bron: oneworld.nl