‘We moeten op een positievere manier over sexting gaan praten’

Er hangt een taboe rondom sexting, het delen van seksueel getinte foto’s en filmpjes, en dat werkt de ongewenste verspreiding van zulk beeldmateriaal in de hand. Dat is een van de conclusies uit onderzoek dat cultureel antropoloog en gender-studies wetenschapper Marijke Naezer namens de Radboud Universiteit en Lotte van Oosterhout van jongerencommunicatiebureau Jong & Je Wil Wat deden in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. ‘We zagen dat slachtoffers vaak de schuld krijgen, terwijl plegers niet eens worden aangesproken op hun gedrag.’

Volgens het rapport Sharing is Caring? van onderzoekers Naezer en Van Oosterhout ligt de focus in kwesties rondom ongewenste verspreiding van seksueel getinte beelden te veel bij de slachtoffers en niet bij de (potentiĆ«le) plegers. Voor het onderzoek interviewden ze eenentwintig jongeren tussen de vijftien en de eenentwintig jaar oud. Daaruit bleek dat de verantwoordelijkheid nog bijna altijd bij het slachtoffer zelf wordt gelegd, wanneer sexy beelden van hen rondgaan, in plaats van bij degene die de beelden verspreidt. Naezer: ‘Plegers van dergelijk grensoverschrijdend gedrag voelen zich hierdoor gesterkt en aangemoedigd in hun gedrag. We moeten het veel meer hebben over potentieel plegerschap. Dan stel je vragen als: Wat is jouw verantwoordelijkheid als je zo’n foto ontvangt? Hoe zit het met privacy? Hoe zit het met toestemming en met wederzijds respect? Daar moeten we het veel meer over hebben.’

Met de titel Sharing is caring? verwijzen de onderzoekers naar een van de motieven waarom jongeren zeggen seksueel getinte beelden van andere jongeren te verspreiden zonder dat ze daar toestemming voor hebben. ‘Het idee daarvan is dat als jij een foto hebt van iemand, je die moet delen met je vrienden’, legt Naezer uit. ‘Als een van de vrienden dat niet doet, wordt dat gezien als vrienden buitensluiten.’ Naast dit motief onderscheidden Naezer en Van Oosterhout nog vijf andere motieven: iemand pijn doen of wraak nemen, het ontladen van spanning, praten en leren over seksualiteit, het reguleren van elkaars seksuele gedrag en het vergroten van de eigen populariteit.

Sexting is niet slecht

Een van de oorzaken achter de ongewenste verspreiding van digitaal seksueel beeldmateriaal is volgens Naezer en Van Oosterhout dat er nogal een negatief beeld rondom sexting bestaat. Jongeren die seksuele beelden verspreiden van anderen blijken zich namelijk door het negatieve beeld gesteund te voelen. ‘Daardoor denken jongeren dat sexting iets slechts is en dat ze gerechtvaardigd zijn om de ander af te straffen door de beelden rond te sturen. Dat verandert natuurlijk nooit als wij als volwassenen zo negatief blijven praten over sexting.’ Door het negatieve beeld van sexting wordt er door zowel jongeren als volwassenen inadequaat gereageerd als het misgaat en krijgt het slachtoffer de schuld terwijl de pleger niet eens wordt aangesproken op zijn gedrag. ‘We spraken een meisje dat samen met het slachtoffer bij de afdelingsleider van de school moest komen toen naar buiten kwam dat ze iets had verspreid. Vervolgens zei de afdelingsleider tegen het slachtoffer dat het gewoon dom was om zo’n foto te versturen. De dader kreeg niks anders te horen dan “fijn weekend”. Dat is natuurlijk helemaal niet hoe je om moet gaan met zulk grensoverschrijdend gedrag.’

Om het ongewenste delen van sexy beelden tegen te gaan is het volgens Naezer vooral belangrijk om dat negatieve beeld rondom sexting te aan te pakken. ‘Het is een feit dat sexting onderdeel is van het seksuele gedrag van jongeren. Zolang dat met wederzijdse instemming en enthousiasme gebeurt, zijn jongeren daar heel positief over. We moeten die negatieve beeldvorming rondom sexting aanpakken. Dan kunnen we beginnen met het echte probleem, namelijk het feit dat er mensen zijn die dat materiaal doorsturen terwijl die daar geen toestemming voor hebben. Dat is gewoon seksueel grensoverschrijdend gedrag.’

Taalgebruik

Taalgebruik moet een van de instrumenten zijn om het negatieve spreken over sexting te doorbreken. ‘Sexting wordt vaak gebruikt als term voor allerlei negatieve dingen, maar we noemen een verkrachting ook een verkrachting en niet “seks” We moeten het woord sexting blijven gebruiken als een algemene term die het positieve gedrag omvat, en als we het hebben over de ongewenste verspreiding moeten we het ook echt hebben over de ongewenste verspreiding.’ Die ongewenste verspreiding wordt ook nog te vaak verkeerd omschreven. ‘Dan worden er dingen gezegd als “de foto’s lekten uit” en “de foto’s gingen de school door”. Alsof die foto’s op eigen houtje van de ene telefoon op de andere zijn gesprongen. We moeten ervoor zorgen dat we in ons taalgebruik plegers niet onzichtbaar maken.’ Om ook in de taal de negativiteit rondom sexting te doorbreken, is Naezer nog op zoek naar een geschikte term voor ‘het ongewenst verspreiden van seksueel getinte beelden’. ‘Dat is nogal een mond vol, dus elke dag denk ik er wel even over na of ik er een woord voor kan bedenken. Andere termen zoals shame-sexting en wraakporno dekken de lading vaak niet.’ Lachend: ‘Dus ik sta erg open voor suggesties.’

Bron: ANS