Was het Melkmeisje van Vermeer lesbisch?

Met een roze bril op door het Rijksmuseum, op zoek naar verborgen homoseksualiteit in de kunst. Een tocht langs koninklijke escapades, genderneutrale kleding en ‘lollepotten’.

Was het Melkmeisje van Vermeer lesbisch? Museumgids Arnout van Krimpen weet het niet zeker, maar suggestief vindt hij het schilderij wel. Rechts onder op het doek staat namelijk een lollepot: een potje met hete kolen in een houten stoof. In de 17de eeuw plaatsten vrouwen zo’n potje onder hun rok.

“Dan werden ze lekker warm van onderen”, zegt Van Krimpen. “En geil, was het idee. In de Jordaan had je een hele lollepottenscene van vrouwen die samen seks hadden. Daar komt het woord pot vandaan. Maar de lollepot op het schilderij kan ook verwijzen naar het feit dat veel bediendes in die tijd werden verkracht door de heer des huizes.”

Bezoekers in het Amsterdamse Rijksmuseum horen het verwonderd aan. De maximale vijftien deelnemers zijn afgekomen op deze rondleiding, getiteld ‘Het Roze Rijks’. Je schiet in sneltreinvaart door de zalen en staat alleen stil bij objecten die iets vertellen over de homoseksuele geschiedenis van Nederland. De rondleidingen, uitsluitend in de Pride-week, waren in een mum van tijd volgeboekt.

Sodom met zwavel en vuur

Een vrolijk verhaal is het niet, want van de middeleeuwen tot in de 19de eeuw stonden er zware straffen op homoseksualiteit, destijds sodomie genoemd. Van Krimpen wijst op een gebrandschilderd venster uit de 16de eeuw. Het toont de verwoesting van de stad Sodom met zwavel en vuur, een straf van God voor de spreekwoordelijke onzedelijkheid die er heerste. “Zulke tafereeltjes hingen vroeger in stadhuizen en rechtbanken om de mensen te waarschuwen.”

De vonnissen waren vreselijk. Van Krimpen vertelt over twee zeevaarders die tijdens een reis naar de Oost in 1680 waren betrapt in een liefdespose. Ze werden met de ruggen tegen elkaar gebonden en – in een jutenzak met honderd pond ijzer – levend overboord geduwd. Er is geen schilderij van, alleen een scheepsjournaal.

De tocht voert langs de buste van koning-stadhouder Willem III, die zich geregeld met mannelijk schoon in zijn kamer terugtrok. En uiteraard langs het portret van koning Willem II, die in 1848 in één nacht omsloeg van conservatief naar liberaal en zo de weg vrijmaakte voor de constitutionele monarchie. Daarbij speelde mee dat hij werd gechanteerd met zijn homoseksuele escapades.

Ook interessant: genderneutrale kleding. In een hoekje van Jan Steens schilderij ‘Het vrolijke huisgezin’ (1668) staat een kind in een lange soepjurk. Een jongetje, verheldert Van Krimpen. “Jongens en meisjes droegen destijds dezelfde kleding tot ze zeven à acht jaar waren. Dat geeft aan hoe tijdgebonden de ophef was die twee jaar geleden ontstond toen de Hema de termen jongens- en meisjeskleding verving door kinderkleding.”

Sowieso waren de opvattingen over mannelijk en vrouwelijk vroeger anders dan nu. Van Krimpen wijst op een 18de-eeuws portret van een man in een gouden glittermantel met een pruik op. Ongetwijfeld bezat de geportretteerde ook zo’n tuttig versierd doosje snuiftabak dat even verderop staat uitgestald. “Mensen zouden dat nu verwijfd noemen.”

Regenboogicoontjes

De verhalen spreken zeer tot de verbeelding van bezoekers Guido Kroon (39) en Jeroen Bakker (35), die samen geregeld uitgaan in drag-outfit.

“Ik vond het wel heftig om te horen dat Nederlandse homo’s in de 18de eeuw het land uit vluchtten om de doodstraf te ontlopen”, zegt Bakker na afloop. “Dan sta je er weer eens bij stil hoe goed we het hier nu hebben, al zijn we wel voorzichtig waar we in drag verschijnen. Niet op het Rembrandtplein of zo. Homo’s lopen in Amsterdam trouwens ook bijna nooit meer hand in hand.”

Kroon heeft genoten van de roze geschiedenis in het museum, maar vindt het jammer dat die normaal verborgen blijft. “Dit zou deel moeten uitmaken van de vaste collectie, in een audiotour, met regenboogicoontjes naast de schilderijen. Anders loop je er zo aan voorbij, terwijl het superinteressant is.”

Bron: Trouw